De kerstboom.
Voor iedereen met de dodelijke combinatie van keuzestress en een specifieke smaak.
In het kader van volwassen worden, was dit me toch weer een mijlpaaltje hoor.
P.S. Terwijl ik dit schrijf, word ik me ook pijnlijk bewust van het feit dat ik nog steeds in de volwassen-worden-mijlpalen-fase zit.
P.P.S. Terwijl ik heus wel weet dat ik al een jaar of 13 volwassen ben.
P.P.P.S. Of een jaar of 10, naar Amerikaanse definitie.
P.P.P.P.S. In theorie. Dus.
Terug naar mijn mijlpaal: ik ging op zoek naar mijn eerste echte, grote, grote mensen kerstboom. Kind kan de was doen, zou je zo denken. Dat dacht ik ook. Met frisse moed, was ik op weg naar het vriendinnetje dat ik in mijn kerstbomenzoektochtswaan had meegesleept. Op onze stalen ros trapten we het eerste kerstbomenverkooppunt (tip: onthoud voor galgje) tegemoet. Eenmaal daar aangekomen, ging er een wereld voor me open. Wilde ik een Nordmann, een blauwspar of een ander soort spar? En wilde ik er een met kluit in pot of een gezaagd exemplaar? O god, waar ga ik dat ding dan in zetten? Blijft 'ie met kluit wel staan? En heb ik een grote pot waar mijn groene kerstengel in zou passen? Of kies ik voor een gezaagde naaldenhouder? Maar dan is de vraag of ik voor de supersonische voet met pin ("even een investering, maar elke euro waard" en "je zet 'm erin, kan niet stuk en je boom staat meteen recht", aldus een kerstman-achtige verkoper en een tevreden klant) of zelf even een plankenkruis in elkaar timmer. Of wacht, er is er ook nog zo een met duimschroeven.
Lichtelijk verbouwereerd sta ik naar de bomen te kijken. Roerloos.
Oké.
Ik kan dit.
Zo moeilijk is het niet.
Gelukkig is het vriendinnetje - dat ik iedereen aanraad die op zoek is naar een kerstboom, want deze meid heeft talent - in beweging gekomen en trekt de ene na de andere kerstboom rechtop. Is dit wat? Of dit?
Te kaal.
Te vol.
Te klein.
Te symmetrisch.
Te asymmetrisch.
Te voluptueus.
Ik vind het inmiddels een redelijk zware bevalling. Maar mijn bevlogen, kerst liefhebbende rechterhand gaat onvermoeibaar door. Ik besluit mezelf er ook in te storten en pluk een kerstboom uit de massa. Daar staan we dan, allebei met een kerstboom in de hand. Tsja... zo kunnen we ze eigenlijk niet vergelijken. Je loopt toch tegen wat hindernissen aan, zo'n eerste keer. Gelukkig zijn we niet de enigen en we besluiten wat omstanders te vragen. Die kijken ons lichtelijk meewarig, maar ook met een grote grijns aan en wijzen naar hun favoriet. Terwijl wij boom 606 en 607 in onze hand hebben, stappen zij met de éérste boom die ze aanraken naar de kerstbomenmeneer. Vol bewondering kijk ik de mensen na.
Ja. Zo kan het dus ook. Terwijl ik blijf twijfelen, oppert mijn kerstbomenhulp om het bij een andere verkoper te proberen.
Vol goede moed gaan we verder. Drie verkooppunten en een stuk of 1837 bomen verder, kijk ik verliefd naar een werkelijk fe-no-me-na-le kerstboom. Dit is 'm. Overlopend van enthousiasme, geven we elkaar een high-five. Ja, lieve kijkbuiskinderen: I said yes! Stiekem verwacht ik een glas champagne om te vieren dat ik 'm gevonden heb, maar door mijn enthousiasme vergeef ik het de verkopers. Met een grote glimlach, laten we mijn boom inpakken.
Zo. Dat hebben we even goed gedaan.
Nu nog een standaard.
En lampjes.
En ballen.
En een piek*.
*Ik heb nog steeds twee pieken in huis. Dezelfde. Alleen in een andere kleur. Ik wissel ze per dag af. Tegen kerstavond heb ik een keuze gemaakt welke het wordt. Denk ik.
Comentários