De beroving.
Voor iedereen die onvoorbereid buiten de comfortzone gaat.
Ja, hallo.
Daar ben ik weer.
En ik weet eigenlijk niet of ik nu een ontzettend wijverig onderwerp aan ga snijden of dat mannen zich hier ook in kunnen vinden. Ik denk eigenlijk van wel. Ik ben er inmiddels achter dat mannen namelijk niet altijd zoveel verschillen van vrouwen als men denkt. Ze hebben zich de kunst van het roddelen net zo eigen gemaakt en kijken stiekem ook in de etalageruit om te controleren of ze er nog een beetje alijk bijlopen, om maar even lekker te generaliseren. Goed, ik ga er dus vanuit dat dit onderwerp universeel genoeg is om jullie van wat vertier te voorzien, lieve kijkbuiskinderen.
Donderdagmorgen 07:18 uur.
Met een slaperig hoofd loop ik langs de spiegel. Ik werp een blik op mezelf en ben op slag wakker. Wat zie ik eruit! Ik negeer de donkere wallen, kleine oogjes en porselein witte huid voor het gemak even en focus me op mijn haar. Dat kan echt niet meer. Het is lang, sluik en zonder model. Ken je dat, dat je elke dag in de spiegel kijkt en dat je het plotseling - van het ene op het andere moment - ziet? Dit. Kan. Écht. Niet. Meer. Halsoverkop stort ik me in een zoektocht naar een nieuwe kapper. Eentje die in de buurt zit, goede referenties heeft en die - niet geheel onbelangrijk - op korte termijn tijd voor me heeft. Het is even speuren, maar dan heb ik er een. Zaterdag kan ik terecht. Mooi. Heel mooi. Met een tevreden gevoel stap ik de deur uit: op naar werk.
Zaterdagmiddag 13:00 uur.
Met opgewekte tred, stap ik de kapperszaak binnen. Ik word vriendelijk ontvangen en ik word onmiddellijk van advies voorzien. Ongevraagd advies, welteverstaan. Het gaat over dat ik mijn haar niet te veel moet wassen, dat ik het een beetje moet drogen voordat ik naar buiten ga (anders gaan de schubben zich in stress-stand sluiten en krijg je pluishaar - geen dank) en dat natuurlijke producten beter zijn dan kunstmatige. Ik krijg een glaasje water en moet even wachten totdat de kapper klaar voor me is. Dat "even" in deze kapsalon een minuut of 30 is, lieten ze voor het gemak "even" achterwege.
Zaterdagmiddag 13:48 uur.
Na weer een ongemakkelijk gesprek tijdens het wassen van mijn haar (met conditioner, en ab-so-luut niet vaker dan één keer per week met shampoo), zit ik eindelijk in de kappersstoel. De extravagante kapper vraagt me of ik een foto heb van het kapsel dat ik graag zou willen hebben. Ik heb een foto van een aantal jaar geleden waarop ik mijn haar een stuk korter had. In het kader van uit de comfortzone stappen zo nu en dan, leek het me wel weer eens tijd voor een ander kapsel. Ik druk hem op het hart dat het niet korter mag dan schouderlengte en vooral niet met teveel laagjes. Hij breekt me midden in mijn zin af om me ervan te verzekeren dat hij het begrijpt. Hij gaat in de startpositie zitten en trekt zijn schaar.
Zaterdagmiddag 14:00 uur.
Ik ben in paniek.
Ik ben in blinde paniek.
De beste man heeft zojuist twee centimeter boven mijn schouder de schaar in mijn haar gezet. Terwijl het nat is. Iedereen weet dat het haar nog korter wordt wanneer het droog is. Ik probeer rustig te blijven ademen. Het is maar haar. Het groeit wel weer aan, zoals ik zojuist stoer aan de kapper heb verkondigd. Als het echt niks is, dan doe je er een elastiekje in en valt het allemaal wel mee. Behalve dan dat er geen elastiekje meer in kan als hij zo door blijft gaan.
Ik hoor hem op de achtergrond vrolijk babbelen over de technieken die hij toepast en hoe vooruitstrevend die zijn. Dat haalt me terug naar de werkelijkheid. Mijn haar staat recht overeind in een staart en vrolijk knipt de kapper er nog een stukje af. O, God.
Zaterdagmiddag 14:08 uur.
Ik hang met mijn hoofd voorover, op zijn kop in de kappersstoel. Na de driescharentechniek en het met een zwierig gebaar random plukken haar uit mijn weelderige dos knippen, waar mijn paniek niet door afnam, word ik gesommeerd mijn hoofd op zijn kop te houden. Dat is voor de innovatieve droogmethode die de kapperszaak hanteert. Een beetje gedesoriënteerd gooi ik mijn haar, althans dat wat er nog van over is, naar voren. De kapper tettert rustig verder en droogt mijn haar. Hij vraagt me mijn haar weer naar achteren te zwiepen en hij glimlacht tevreden. "Dit bedoel ik!"
Zaterdagmiddag 14:11 uur.
Ik draai me in slow motion om richting spiegel.
Ik wil hysterisch lachen.
Ik wil huilen.
Ik wil de tijd terugdraaien.
Ik wil mijn haar terug aan de resterende lokken lijmen.
"Is het niet mooi?!" vraagt de kapper verrukt.
Vraag me niet hoe, maar ik hoor mezelf zeggen: "O wauw! Wel heel anders."
Ik durf hem zijn enthousiasme niet te ontnemen.
Maar ik voel me beroofd.
Beroofd van mijn haar.
Zaterdagmiddag 14:45 uur.
Ik stap onder de douche vandaan.
De producten die ervoor zorgden dat het leek alsof ik mijn vingers in het stopcontact had gestoken, heb ik zorgvuldig uit mijn haar gespoeld. Met shampoo. Lekker puh. Tijdens die handeling greep ik constant in het luchtledige, denkend dat mijn haar daar nog had moeten zitten. Met frisse tegenzin kijk ik in de spiegel. Langzaam herken ik mezelf weer. Ik voel me nog steeds beroofd. Maar het is in elk geval wel iets anders. Ik stuur wat foto's om het leed te delen en tot mijn verbazing zijn mensen enthousiast. Met dat in mijn achterhoofd, werp ik nog een blik in de spiegel. Nee. Ik kan er nog niet aan wennen. Tijd heelt alle wonden, zullen we maar zeggen. Of in dit geval: tijd heelt alle te kort geknipte kapsels.
Dus, wat leren we van dit verhaal, lieve kijkbuiskinderen?
Ga uit de comfortzone, maar doe dat wel met mate.
댓글