top of page

De 'a'.

Voor iedereen met (bijna) onbedwingbare impulsen.


Ik zit ergens mee.

Al een tijdje.

Het maakt me onzeker.

Het maakt dat ik wil schreeuwen.

En tegelijkertijd ook een beetje wil huilen.

Maar dat doe ik niet.

Dat deed ik niet.

Vandaag schreeuwde ik wel namelijk.


Kijk, men zegt vaak dat je je emoties moet uiten en niet moet opkroppen. Dat lees je in boeken, dat hoor je mensen zeggen. Het schijnt hét middel te zijn om lekker in je vel te zitten. De reactie op die emoties wordt echter zelden beschreven of besproken. En dat brengt me nu juist in een figuurlijke spagaat. Ik weet namelijk dat er een groot deel van de mensheid is dat het niet gaat waarderen als ik dit impuls niet bedwing. Dus bijt ik vaak op mijn tong. Dat gaat me best oké af. Maar de laatste tijd wordt het steeds lastiger. En er is een specifieke situatie waarin dat op mijn tong bijten een hele grote uitdaging aan het worden is. Het begon als een kleine irritatie. Daarna werd het een middelerge vorm van frustratie, dat uitgroeide tot een microdosis woestheid. Maar vlak voordat het echt serieuze vormen aannam, begon ik aan mezelf te twijfelen. Vaak. Inmiddels duik ik telkens als ik het hoor - en geloof me, dat is droevig genoeg heel erg vaak - mijn telefoon in om bevestiging te zoeken. En telkens ontsnapt me dan een zucht van opluchting. Want ik heb gelijk.


Vandaag, tijdens het kijken van het hoogst intellectuele programma Lang leve de liefde, hield ik het niet meer. Vanuit helikopterperspectief zag en hoorde ik mezelf hardop tegen de TV roepen: "extravert. Extraaaaaaaaaaaaaaaaavert. ExtrAAAAAAAAAvert." Want jawel lieve kijkbuiskinderen, als taalliefhebber kan ik het niet langer aanhoren. Ik zal het nog één keer rustig uitleggen: het is introvert en extravert. Niet extrovert. Misschien kunnen we het samen even opdreunen zoals in de schoolbanken in de jaren '50: intróvert en extrávert, intróvert en extrávert, intróvert en extrá... Heel goed. Laten we er samen voor zorgen dat het taalkundige gedrocht dat bottom-up door onze eigen soortgenoten gecreëerd is en zichzelf 'extrovert' noemt, uitgeroeid wordt.


Hè.

Hè hè.

Poeh.

Ik moet eerlijk toegeven dat de boeken gelijk hebben.

Man, wat lucht het op om dit er eens even lekker uit te gooien.


En dan komt 'ie: de zin die het taalkundig Neerlandsch erfgoed compleet met de grond gelijk maakt. De stok om mee te slaan (die wel eerst uit een levende boom gerukt is). De drogreden der drogredenen, die ik al vaak heb moeten incasseren wanneer ik mijn taal impulsen niet helemaal onder controle had: "maar je snapt toch wat ik bedoel!" Mijn hart, gevuld met liefde voor onze Nederlandse taal, breekt. In 1.000 stukjes. Ik wil weer schreeuwen: "NATUURLIJK SNAP IK WAT JE BEDOELT, MAAR HET KLOPT GEWOON NIET!" In plaats daarvan ontsnapt me een moedeloze zucht. Ik heb gewoon de kracht niet om te verbaliseren wat ik hiervan vind. Dus ik houd het bij een geërgerde blik.


Inmiddels ben ik weer een beetje bedaard.

Ik heb mezelf weer onder controle en zal me niet meer zomaar verliezen in taalnazi-achtige uitspraken.

Ik red me wel hoor.

Mijn gedachten gaan uit naar de 'a'.

Daar vind ik het het ergst voor.

Je zult maar zo genadeloos uit je vertrouwde omgeving gerukt worden.

Onrechtvaardig.

Ik beloof bij dezen dat ik haar nooit zal verloochenen.

Al moet ik daar nog 1.000 keer voor in mijn telefoon duiken.


45 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

De borrel.

bottom of page